Voor deze feiten, die vorig jaar binnen vier maanden tijd plaatsvonden, is de 20-jarige B.W. donderdag veroordeeld tot 106 dagen jeugddetentie.

De rechtbank in Lelystad deed gelijk uitspraak, omdat W. destijds nog middenin zijn PIJ-maatregel (Plaatsing In Jeugdinrichting, ook wel jeugd-tbs genoemd) zat. Deskundigen vinden het noodzakelijk dat de behandeling zo snel mogelijk werd voortgezet. Tijdens de zitting werd duidelijk dat W. maandag weer bij Rentray terecht kan en daarom legde de rechtbank meteen een jeugddetentie op die gelijk is aan het voorarrest. Ze koos voor het jeugdstrafrecht, omdat de Lelystedeling mentaal achterloopt.

Over de feiten werd donderdag kort gesproken. De slachtoffers hadden duidelijk verteld hoe W. uit zijn slof schoot, getuigen hadden het bevestigd, er waren duidelijke letselfoto's aanwezig én W. gaf de feiten in zekere mate toe. De persoonlijke omstandigheden hadden meer tijd nodig. "U heeft bijna alle jeugdinrichtingen in Nederland van binnen gezien", concludeerde de voorzitter van de rechtbank. W. heeft stoornissen en is zwakbegaafd. Het ging een tijdje beter, tot het de betreffende periode bij Rentray mis ging. Toch wordt dat als de beste plek gezien voor W. "Dat ze het daar nog met je zien zitten, is best bijzonde

Deskundigen adviseerden het jeugdstrafrecht toe te passen, maar de officier van justitie deed dit niet en eiste een celstraf van 116 dagen, met de opmerking dat W. naar Rentray zou gaan zodra dit kan. Omdat kort na de eis duidelijk werd dat dit maandag al kan, besloot de rechtbank gelijk uitspraak te doen. W. en de advocaat konden zich vinden in haar conclusie.